2 november 2020

0 REACTIE(S)

Blog: Zwemles in coronatijd aan kinderen met autisme (ASS)

Door: Patty van ’t Hooft

Als het gaat over autistische kinderen dan valt al snel het woord structuur. Structuur in de tijd, het tempo, de richting, de organisatie en alle andere aspecten in de zwemles. Zodat het voor de kinderen met autisme duidelijk is wat, waar, wanneer, met wie, hoe lang ze in jouw zwemles bezig mogen zijn. In mijn lessen aan autistische kinderen houd ik daarom vaste structuren, regels en regelingen aan maar toen kwam daar ineens het coronavirus. En met dat virus kwamen in het voorjaar een heleboel structuren en vastigheden op losse schroeven te staan. De zwemles ging een paar maanden helemaal niet door. En toen we uiteindelijk wel weer mochten beginnen met zwemles mocht dat alleen onder bepaalde voorwaarden. De kinderen mochten ineens niet meer in het zwembad omkleden, er waren compleet andere looproutes waardoor ze nu wel met hun schoenen door het bad mochten lopen op daarvoor speciaal neergelegde matten. Naast elkaar op een bankje samen wachten kon niet meer. Iedereen kreeg zijn eigen plekje op afstand. En het vrij spelen aan het begin van de les met vooraf voor iedereen voldoende klaargelegde materialen werd geschrapt.

Het was lastig een inschatting te maken hoe onze autistische kinderen in de voor hen speciale les zouden reageren op al deze wijzigingen in één keer, na 3 maanden helemaal niet in het zwembad te zijn geweest. Natuurlijk hadden we contact opgenomen met de ouders en ze alle aanpassingen uitgelegd. Zodat zij op de hoogte zouden zijn van de looproutes, de omkleedregels en de wijzigingen in de les. We hebben ze ook de vrije keuze gelaten wel of niet te komen en in dat laatste geval ook geen rekening te krijgen. Tot onze blijde verrassing gaven alle ouders aan graag weer te komen, op één familie na in verband met chronische gezondheidsklachten van een familielid.

Wat was het fijn te merken dat alle kinderen weinig tot geen last hadden van alle wijzigingen en vooral enorm aan het genieten waren van het weer terug te zijn in het water. Met hun eigen telsysteem en de bekende pictogrammen hadden we een prima les met als hoogtepunt bij het zwemmen van de rugcrawl de hele verbaasde uitroep; ‘ik kan het nog beter dan voor corona!’ En dat was ook zo, niet alleen bij degene die het zelf duidelijk had ervaren en uitgeroepen maar de zwemvaardigheid van al onze zwemmertjes was gelijk gebleven of zelfs vooruit gegaan in de zwemlesvrije periode. Dat is natuurlijk wat je hoopt en wat het doel is van leren zwemmen, dat het leren niet stopt als de les stopt. De theorie over impliciet leren geeft ook aan dat dit een voordeel is van impliciet leren maar het zo duidelijk ervaren in een hele groep vond ik wel erg bijzonder.

Na deze ervaringen rijst natuurlijk de vraag of structuur dan wel zo belangrijk is bij het leren zwemmen aan kinderen met autisme.  Die vraag werd na de zomervakantie beantwoord. Er kwam een nieuwe jongen in de autismezwemgroep en daar werd ik weer direct met mijn neus op de feiten gedrukt. Voor nieuwe kinderen biedt het zwembad zoveel prikkels en uitdagingen dat een activiteit drie keer uitvoeren heel lastig is en niet altijd vanzelf gaat. Het spetteren met water, het overal naar toe willen lopen vindt deze nieuwe jongen veel interessanter dan de activiteiten op de pictogrammen en het telsysteem. Sommige activiteiten vindt hij ook heel eng en die lukken nog niet helemaal maar als hij het probeert dan telt dat voorlopig ook nog als een één van de drie verplichte keren. Deze investering in structuur en het af en toe nog niet helemaal te hoeven doen helpt het kind de voorspelbaarheid van de zwemles positief te ervaren. De eerste weken vraagt het veel aandacht en positieve sturing. Maar deze investering levert mij als lesgever ook heel veel op. Na een week of vijf kan ik meer loslaten. Het kind heeft geleerd meer opdrachtgericht te werken waardoor mijn aandacht verlegd kan worden naar leren en beleven. En daarmee kan ik genieten van een kind dat van weinig opdrachtgericht leren steeds beter mee kan doen in de les en daarin voldoende plezier beleeft om gemotiveerd te blijven.

Mijn hypothese is dat kinderen met autisme heel erg gebaat zijn bij structuur en emotionele veiligheid. Maar als het kind zich eenmaal veilig voelt, een doorbreking van de structuur niet hoeft te leiden tot moeilijk verstaanbaar gedrag of afname van de geleerde vaardigheden. Dat heeft de coronatijd voor mij wel bewezen.

Op de webpagina’s over zwemmen met een beperking publiceren we gefaseerd diverse informatiekaarten met tips over gedrag. Investeren in structuur en plezier in de les maakt de les veel leuker voor je leerlingen en daarmee ook voor jezelf!

* Patty van ’t Hooft is werkzaam op de Hogeschool Windesheim (Calo, opleiding PMT) en tevens adviseur/ontwikkelaar vanuit haar eigen bureau Passend Bewegen. Binnen het project NL Zwemveilig zet Patty zich in als projectleider om de deskundigheid bij zwemonderwijzers te vergroten wat betreft zwemles geven aan kinderen met een beperking.

Dit bericht is tot stand gekomen vanuit het kennisproject NL Zwemveilig.

Bron: NRZ


Deze berichten zijn ook interessant

Laat een reactie achter

Jouw e-mailadres wordt niet openbaar geplaatst. Verplichte velden zijn gemarkeerd.

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}